Stelling: Mag je zomaar graven in de grond als de opdrachtgever aangeeft dat het mag, omdat het “Basishygiёne” is?

Op de vraag “Mag je graven in de grond als je opdrachtgever aangeeft dat het mag” kunnen we kort zijn. Het antwoord is namelijk NEE. In deze blog proberen we eenvoudig uit te leggen waarom dit niet mag en waar dit terug te vinden is. Wij beperken ons in deze blog alleen tot de werkzaamheden die worden uitgevoerd in de Basishygiёne. De Basishygiёne is ook geen veiligheidsklasse. Middels de validatie van de voorlopige veiligheidsklasse kan de veiligheidskundige van Brogaal voor u een definitieve veiligheidsklasse bepalen, zodat u de werkzaamheden kunt uitvoeren en daarmee voldoet aan alle wet- en regelgeving zonder de kans op hoge boetes.

De werkgever heeft op basis van de Arbowet (artikel 3, lid 1) een zorgplicht ten aanzien van de veiligheid en gezondheid van de werknemer. De zorgplicht stelt dat gevaren en risico’s voor de veiligheid of de gezondheid altijd bij de bron dienen te worden voorkomen of worden beperkt. Deze werkwijze is middels de arbeidshygiënische strategie. De werknemer is conform artikel 11 van de Arbowet verplicht om zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van andere betrokkenen.

Werkzaamheden niet vallende onder een veiligheidsklasse

In de CROW 400 staat het volgende omschreven m.b.t. de werkzaamheden die niet vallen onder een veiligheidsklasse. Bij alle werkzaamheden in bodem of baggerspecie zijn altijd risico’s aanwezig. Voorbeelden hiervan zijn onverwachte verontreinigingen, kabels en leidingen en niet gesprongen explosieven. Indien er is vastgesteld dat er milieukundig en veiligheidskundig geen sprake is van verontreinigde bodem of baggerspecie, gelden er geen specifieke eisen voor beheersmaatregelen of deskundigheid, anders dan de voor die werkzaamheden noodzakelijke kennis en ervaring.

Boorstelling

Wel wordt er verwacht van alle medewerkers die werkzaamheden uitvoeren in de bodem zoals:

  • Hoveniers.
  • Agrariërs.
  • Stratenmakers.
  • Heiers.
  • enz.

Om op de hoogte zijn van locatie- en project specifieke bijzonderheden voordat ze zomaar gaan graven moeten medewerkers een bepaalde basiskennis bezitten. Dit om bijvoorbeeld risico’s te herkennen zoals die onder andere voorkomen bij verontreinigde bodem, maar ook om bedacht te zijn op de indien mogelijke aanwezigheid van kabels en leidingen.

De stappen die de aannemer minimaal moeten zetten om tot een goede conclusie te komen?

In de CROW 400 tabel 2 staan een aantal fases namelijk:

  • Initiatieffase. in deze fase verzorgt de initiatiefnemer (dit kan bijvoorbeeld ook de opdrachtgever zijn) alle gegevens die beschikbaar zijn ten behoeve van het vooronderzoek.
  • Onderzoeksfase. De opdrachtgever laat een Vooronderzoek /verkennend onderzoek uitvoeren. En indien nodig een Aanvullend onderzoek / nader onderzoek op aangeven ontwerpende partij;
  • Ontwerpfase De opdrachtgever stelt een V&G-coördinator ontwerpfase aan. Stelt een van V&G-plan ontwerpfase op, inclusief risico-inventarisatie en -evaluatie; de beheersmaatregelen worden opgesteld vanuit het principe van de bronaanpak, voorlichting en instructie. Bepaalt de voorlopige veiligheidsklasse

In de bovenstaande lijst staat duidelijk aangegeven dat de opdrachtgever de voorlopige veiligheidsklasse bepaalt. Dit houdt in dat de Aannemer/ grondroerder altijd zelf een definitieve veiligheidsklasse moet bepalen. En hier zit mijn inziens een vaak gemaakte fout, ik kom vaak het volgende tegen in de praktijk:

In de Ontwerpfase worden zowel de voorlopige veiligheidsklasse als de voorlopige beheersmaatregelen vastgesteld. Deze vormen het startpunt voor een bestek. De V&G-coördinator ontwerpfase werkt dit verder uit in het V&G-plan (ontwerpfase). De Opdrachtgever blijft altijd verantwoordelijk voor deze fase.

In de Uitvoeringsfase. Bij de aannemer wordt er in de werkvoorbereiding de voorlopige veiligheidsklasse gecontroleerd en definitief vastgesteld middels de methode die staat omschreven in de CROW 400 Module 3. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Opdrachtnemer. De veiligheidskundige van de aannemer valideert de voorlopige veiligheidsklasse. Deze bepaalt ten slotte of de voorlopige veiligheidsklasse juist is bepaald door de opdrachtgever. Deze veiligheidskundige bepaald dus de definitieve veiligheidsklasse en ook het risico gestuurde maatregelenpakket. Elk besluit van deze veiligheidskundige moet daarom binnen het project aantoonbaar onderbouwd zijn.

Naar welke onderzoeken kijkt de veiligheidskundige van Brogaal tijdens de validatie van de definitieve veiligheidsklasse om deze vast te stellen.

In Module 3.3.1 van de CROW 400 staat onder andere aangegeven dat het is niet altijd nodig om fysiek bodemonderzoek te doen om de veiligheidsklasse te bepalen. De veiligheidskundige kijkt op basis van de uitkomsten die afkomstig zijn uit het vooronderzoek (deskresearch en raadplegen van digitale bronnen) of er conform de in het procesdeel beschreven onderzoeksstrategie, ook alleen kan worden volstaan met een vooronderzoek conform NEN 5725. Ook is het mogelijk dat er, bijvoorbeeld op basis van de P-waarde van een bodemkwaliteitskaart in combinatie met onder andere de lokale nota bodembeheer, wordt vastgesteld dat er geen veiligheidsklasse van toepassing is.

Bij Brogaal kunt u zo ook doormiddel van de QUICKSCAN BODEMKWALITEIT ook een goed beeld krijgen van de kwaliteit van de bodem. De onderzoeker kijkt tijdens de QuickScan of er aanvullend bodemonderzoek moet worden gedaan. Hieruit blijkt of er “gewoon” gewerkt kan en mag gaan worden (onder de condities die gelden bij de Basishygiёne), ofwel dat er toch aanvullend of nader onderzoek gedaan moet worden om de kwaliteit vast te stellen.

Validatie veiligheidsklasse Brogaal

De verschillende onderzoeken zijn:

De opdrachtgever is verplicht een Veiligheids- en gezondheidsplan te schrijven als

In de publicatie van de CROW 400 staat geschreven dat de werkzaamheden die worden uitgevoerd zonder veiligheidsklasse (dus volgens de richtlijnen beschreven als de “basishygiëne”) er geen V&G-plan nodig is. Echter volgens artikel 2.28 van het Arbobesluit, is het opstellen van een veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) in de volgende gevallen wel verplicht:

  • wanneer er eventuele aanwezigheid is van asbest of asbesthoudende producten,
  • wanneer er gewerkt wordt met verontreinigde grond (volgens de CROW publicatie 400 of de BRL 7000),
  • verontreinigd water of grondwater of verontreinigde waterbodems.
  • Werkzaamheden die de werknemers blootstellen aan chemische of biologische stoffen die een bijzonder gevaar voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers inhouden,
  • en specifieke gevaren die het gevolg zijn van de gelijktijdige en achtereenvolgende uitvoering van de bouwwerkzaamheden en in voorkomend geval van de wisselwerking met doorgaande exploitatiewerkzaamheden
  • of ten aanzien waarvan toezicht op de gezondheid wettelijk verplicht is.

Kortom:

Het antwoord op de vraag “Mag je zomaar graven in de grond als je opdrachtgever aangeeft of het mag ” is Nee. De veiligheidskundige maakt een analyse van de locatie waar gewerkt gaat worden voor bodemverontreiniging verdachte activiteiten. En om deze vast te stellen of de verontreinigingssituatie voldoende is vastgesteld of dat een vervolgacties nodig zijn. Deze relatieve eenvoudige manier van werken zal u in vele gevallen veel geld kunnen besparen. Door het niet uitvoeren van dubbele bodemonderzoeken van dezelfde locatie. In combinatie met onze veiligheidskundige kunt u namelijk direct de veiligheidsklasse definitief laten bepalen met de bijbehorende maatregelen.

Wat kunnen wij voor u doen

Samengevat bent u geïnteresseerd in een van onze diensten. Of wilt u meer informatie ontvangen over de mogelijkheden die Brogaal onder andere kan bieden? Dan lichten wij dit bovendien graag toe tijdens een vrijblijvend gesprek.

U kunt ons bereiken op info@brogaal.com of via telefoonnummer: 033-4614303.

Met Vriendelijke Groet,

Jeffrey Nachtegaal

Wilt u dit bericht delen, gebruik dan de ondersteunende kanalen.

× Hoe kan ik je helpen?